7. De informatiestandaard

De informatiestandaard van het PLUGIN project beschrijft welke FHIR Resources gebruikt worden en, waar nodig hoe ze gebruikt worden. Daarbij wordt vastgelegd welke terminologiestelels gebruikt worden.

Deze afspraken worden vastgelegd in FHIR profiles & extensions, en beschreven in een implementatiegids. Het resultaat zal worden gepubliceerd op Simplifier. Wat hieronder, in Resources en dataselectie, staat beschreven, is slechts een allereerste aanzet van de -naar verwachting- betrokken/benodigde resources.

7.1. Afspraken over beheer

Het ligt in de lijn der verwachting dat de informatiestandaard op enig moment herziening behoeft. Dit kan gevolgen hebben voor de gegevens die aan de infrastructuur ter beschikking worden gesteld.

Binnen de pilot zal een eerste versie van de informatiestandaard worden opgeleverd. Tijdens de pilot zal ook worden uitgewerkt hoe beslissingen over veranderingen in de informatiestandaard worden genomen. Bijvoorbeeld welke partijen wijzigingen kunnen voorstellen, wie daarover goed- of afkeuring moet uitspreken, en wat de termijn is waarop aanpassingen van kracht worden.

7.2. Resources en dataselectie

Pas op

De informatiestandaard die in deze sectie beschreven wordt, betreft een aller-allereerste aanzet. Het kan zijn dat open vragen/punten expliciet worden benoemd.

Belangrijk

Uitgangspunt: aansluiten bij (inter)nationale initiatieven en hergebruiken wat al beschikbaar is. Er zal (o.a.) rekening gehouden worden met beschikbare ZiBs 2017/2020 en informatiestandaarden van het project MedMij. Voor medicatie wordt de G-Standaard gebruikt.

7.2.1. Patient

Gebruik

De resource Patient beschrijft de gegevens die van patiënt (moeten) worden vastgelegd. In principe alle patiënten met gegevens in het EPD.

Profiel

Profiel op de resource Patient

Attribuut

Cardinaliteit

Omschrijving

Patient.active

1..1

Fixed value: true.

Patient.identifier

1..*

Minimaal: patiëntnr. in ziekenhuis/instelling.
Optioneel: BSN

Patient.name

1..*

Naam van de patiënt volgens nl-core-humanname

Patient.gender

1..1

Biologisch geslacht bij geboorte.

Patient.birthDate

1..1

Geboortedatum

Patient.deceased[x]

1..1

Indien overleden: datum van overlijden.

Patient.address

1..*

Adres volgens nl-core-address

7.2.2. Encounter

Gebruik

Resource met contactmomenten, zowel klinisch ((dag)opnames) als poliklinisch.

Bij opnames:

  • 1 hoofdopname

  • evt. subopnames

Vraag

Hoe om te gaan met verschillende typen afdeling? Bijv. “gewone” verpleegafdeling vs IC?

  • Encounter.class maakt hier geen onderscheid in.

  • Via Encounter.serviceType (dat Emergency Medical of Intensive Care kan zijn)?

Profiel

Profiel op de resource Encounter

Attribuut

Cardinaliteit

Omschrijving

Encounter.status

1..1

!= cancelled | entered-in-error | unknown

Encounter.identifier

1..*

Voor intern gebruik/koppelen resources.

Encounter.class

1..*

Een van {inpatient, outpatient, ambu``, emer}.

Encounter.priority

1..1

Volgens ValueSet ActPriority

Encounter.serviceType

1..1

CodeableReference naar HealthcareService –> codelijst VEKTIS?

Encounter.subject

1..1

Referentie naar Patient

Encounter.diagnosis

0..*

Diagnose(s) m.b.t. dit bezoek.

Encounter.diagnosis.condition

0..*

Referentie naar Condition

Encounter.diagnosis.use

0..*

Een van {admission, discharge, billing}

Encounter.account

0..*

Referentie naar Account (DBC)

Encounter.admission

0..1

Details over opname.

Encounter.admission.admitSource

0..1

ValueSet encounter-admit-source

Encounter.admission.dischargeDisposition

0..1

Details over ontslag. Valueset encounter-discharge-disposition

7.2.3. Procedure

Gebruik

Verrichtingen.

Profiel

Profiel op de resource Procedure

Attribuut

Cardinaliteit

Omschrijving

Procedure.identifier

1..*

Voor intern gebruik/koppelen resources.

Procedure.basedOn

1..1

Referentie naar ServiceRequest met attribuut requester.

Procedure.status

1..1

preparation | in-progress | not-done | on-hold | stopped | completed | entered-in-error | unknown

Procedure.code

1..1

Code volgens NZa

Procedure.subject

1..1

Referentie naar Patient

Procedure.encounter

1..1

Referentie naar Encounter.

Procedure.occurrence[x]

1..1

Datum van de verrichting.

Procedure.performer

1..*

Specialisme volgens VEKTIS COD016-VEKT.

Procedure.performer.function

1..*

CodeableConcept: VEKTIS?

Procedure.performer.actor

1..*

Referentie naar HealthcareService?

7.2.4. Condition

Gebruik

Resource voor het vastleggen van een diagnose. Hierbij wordt voor het coderen waarschijnlijk ICD-10 gebruikt of de DHD diagnosethesaurus.

Profiel

Profiel op de resource Condition

Attribuut

Cardinaliteit

Omschrijving

Condition.identifier

1..*

Voor intern gebruik/koppelen resources.

Condition.clinicalStatus

1..1

active | recurrence | relapse | inactive | remission | resolved | unknown

Condition.verificationStatus

0..1

unconfirmed | provisional | differential | confirmed | refuted | entered-in-error

Condition.category

1..1

Vaste waarde: encounter-diagnosis

Condition.code

1..1

CodeableConcept, ICD-10 (of SNOMED?)

Condition.subject

1..1

Referentie naar Patient

Condition.encounter

0..1

Referentie naar Encounter waarbinnen de diagnose gesteld is.

Condition.onset

0..1

Moment van vaststellen.

Condition.abatement

0..1

Moment van resolutie.

7.2.5. Account

Gebruik

Resource voor het vastleggen van een DBC. Hierin worden diagnoses en behandelingen gecombineerd.

Profiel

Profiel op de resource Account

Attribuut

Cardinaliteit

Omschrijving

Account.identifier

1..*

Voor intern gebruik/koppelen resources.

Account.servicePeriod

1..*

Periode waarop de DBC betrekking heeft.

Account.diagnosis

1..*

Periode waarop de DBC betrekking heeft.

Account.procedure

0..*

Bevat Account.procedure.code, een CodeableReference naar Procedure.

Vraag

Welke codelijst is handig te gebruiken voor verrichtingen? De DHD verrichtingenthesaurus?

7.2.6. Bundle

Gebruik

FHIR Documents worden gebruikt voor het samenstellen van documenten, zoals klinische brieven en verwijzingen. Binnen een FHIR Document kunnen resources worden opgneomen, maar kan ook gebruik gemaakt worden van vrije tekst.

Voor de overdracht van gegevens, maakt de FHIR standaard gebruik van de Resource Bundle.

Profiel

Profiel op de resource Bundle

Attribuut

Cardinaliteit

Omschrijving

Bundle.identifier

1..*

Identifier.

Bundle.type

1..1

Vaste waarde: document

Bundle.entry[0]

1..1

Composition resource.

Bundle.entry[0].Composition.type

1..1

LOINC code

Bundle.entry[0].Composition.subject

1..1

Referentie naar Patient

Bundle.entry[0].Composition.encounter

0..1

Referentie naar Encounter

Bundle.entry[0].Composition.date

1..1

Datum van (laatste) bewerking

Bundle.entry[0].Composition.section

0..*

Secties met inhoud van de brief (vrije tekst)

7.2.7. Medication

Pas op

Deze sectie moet nog worden ingevuld.

Gebruik

Beschrijft de geneesmiddelen die beschikbaar zijn (om voor te schrijven) in het EPD. Hierbij wordt (op de achtergrond) gebruik gemaakt van de G-Standaard.

Profiel

Profiel op de resource Medication

Attribuut

Cardinaliteit

Omschrijving

Medication.identifier

1..*

Voor intern gebruik/koppelen resources.

7.2.8. MedicationRequest

Pas op

Deze sectie moet nog worden ingevuld.

Gebruik

Recepten/voorschriften. Kan zowel klinisch, poliklinisch, als thuismedicatie betreffen.

Profiel

Profiel op de resource MedicationRequest

Attribuut

Cardinaliteit

Omschrijving

MedicationRequest.identifier

1..*

Voor intern gebruik/koppelen resources.

7.2.9. MedicationAdministration

Pas op

Deze sectie moet nog worden ingevuld.

Gebruik

Medicatie toedieningen. Deze worden in princiep alleen tijdens opnames bijgehouden.

Profiel

Profiel op de resource MedicationAdministration

Attribuut

Cardinaliteit

Omschrijving

MedicationAdministration.identifier

1..*

Voor intern gebruik/koppelen resources.